Joodse begraafplaats

De joodse begraafplaats van Haguenau is een van de oudste in de Elzas. Het oudste graf dat in de necropolis rue de l'Ivraie werd ontdekt, is dat van Dame Foegle, dochter van Jonas, die stierf op 3 Nissane 5414 (21 maart 1654). Vanaf dat moment wordt de begraafplaats een regionale necropolis, er zijn graven van mensen uit Fort-Louis, Soultz-sous Forêt, Batzendorf, Roeder, Gunstett, Hatten, enz ... De documenten getuigen van verschillende uitbreidingen in 1766 en vervolgens in 1872 In 1801 werd de oude, door wormen aangevreten houten omheining vervangen door een muur en werd in 1874 een eerste huisje gebouwd voor het mortuariumtoilet. De huidige constructie dateert uit 1887, toen de Gemeenschap een huisje voor de bewaker kocht tegenover het kerkhof.
Aan de linkerkant van de ingang is het graf van opperrabbijn Joseph Bloch en zijn vrouw. Het hele rechterdeel van de begraafplaats bevat graven uit de XNUMXe eeuw, en in het gedeelte bij de omringende muur zien we het plein van de rabbijnen uit het midden van de XNUMXe eeuw tot het einde van de XNUMXe eeuw, namelijk Lazare Katzenellenbogen, Samuel Halberstadt, Lazarus Bloch. Simon Auscher wordt begraven achter het monument ter nagedachtenis aan de gedeporteerden, en Joseph Bloch direct rechts van de ingang. Let op de bierpullen die verondersteld worden de kannen te vertegenwoordigen, tekenen van de levitische oorsprong van de overledene. De graven in de vorm van een politieagenthoed in de grote rustieke kleerkasten van de regio zijn kenmerkend voor het einde van de XNUMXe eeuw en het begin van de XNUMXe eeuw.

Zelfstandig bezoek mogelijk door de folder en informatie over toegang te verkrijgen bij het VVV-kantoor. Eenmalige rondleidingen voor individuen of op aanvraag voor groepen.